ASUS-service voor Windows Autopilot-registratie
Bestellen, uitpakken, inzetten!
Registratieservice procedure
Stap 1. Identificeer uw serviceprovider
- Als u een Cloud Service Provider hebt, neem dan contact op met uw CSP. .Meer informatie over CSP Partnerregistratie >
- Voor niet-CSP klanten, volg de onderstaande stappen voor onboarding van bestaande hardware-apparaten via Windows Autopilot.
Stap 2. Toestemming geven aan Microsoft
ASUS heeft uw toestemming nodig om uw apparaten namens u te registreren. Als u dit proces nog niet hebt voltooid, klik dan hier om de stappen af te ronden.
- Dit eenmalige proces autoriseert ASUS als een OEM pc-partner. Het kan alleen worden voltooid door een Azure Active Directory Global Admin of een Microsoft Store for Business Admin.
Stap 3. Geef uw accountgegevens op
Geef ASUS uw Tenant ID en Domeinnaam. Zo vindt u uw Tenant ID en Domeinnaam:
- Ga naar het Microsoft Azure Portal.
- Navigeer naar Azure Active Directory > Overzicht.
- De velden Tenant ID en Primair Domein verschijnen in het gedeelte Tenantinformatie.
Stap 4. Apparaatinformatie uploads
ASUS uploadt namens u de hash ID van het apparaat naar Microsoft voordat uw bestellingen worden verzonden.
- Configureer ondertussen uw gewenste Autopilot deployment-profiel in het Microsoft Endpoint Manager admin center.
Stap 5. Uitpakken en genieten maar!
Na het uitpakken zullen de apparaten zelf Autopilot implementeren op basis van uw geconfigureerde profiel.
OS-vereisten
- Windows 10
- Windows 11
Zie Autopilot-vereisten voor de volledige lijst.*
Licentie-vereisten
- MSFT 365 Business Premium abonnement
- MSFT 365 F1 of F3 abonnement
- MSFT 365 Academic A1, A3 of A5 abonnement
- MSFT 365 Enterprise E3 of E5 abonnement
- Enterprise Mobility + Security E3 of E5 abonnement
- Intune for Education abonnement
- Azure Active Directory Premium P1 of P2 en MSFT Intune abonnement
Zie Autopilot-licentievereisten voor de volledige lijst.*
V1.
Hoe kan ASUS klanten helpen met Windows Autopilot?
A1.
ASUS ondersteunt Windows Autopilot, maar net als andere OEM's zijn we beperkt in de apparaatregistratieservice. Windows Autopilot-configuraties en -instellingen zijn alleen eigendom van klanten en CSP's (Cloud Solution Partners).
V2.
Kunnen ASUS SI/VAR-partners klanten helpen hun aangeschafte apparaten te registreren?
A2.
Ja, mits de SI/VAR een Windows-geautoriseerde CSP is. Anders is het niet toegestaan.
V3.
Wat is de uiterste datum voor het registreren van door klanten aangeschafte apparaten?
A3.
Volgens de Microsoft Windows Autopilot-gids is er geen beperking qua registratietijd. We kunnen klanten op elk moment helpen om apparaten op hun primaire domein te registreren. Maar gezien de opzet van Windows Autopilot raden we aan om dit te doen voordat klanten hun apparaten uit de verpakking halen.
V4.
Kan ASUS verzonden apparaten die opnieuw zijn toegewezen door SI's/VAR's opnieuw registreren?
A4.
Ja. De procedure is om apparaten eerst te de-registreren en ze daarna opnieuw te registreren.
V5.
Zijn er compatibiliteitsproblemen met CPU-platforms en besturingssystemen voor Intune-beheer?
A5.
TPM-attestondersteuning voor Intel® TPM 'Tiger Lake'-platforms wordt alleen ondersteund op apparaten met Windows 10 21H2 of hoger. Raadpleeg de onderstaande koppelingen voor meer informatie over compatibiliteit en bekende problemen.
V6.
Heeft het vervangen van hardware invloed op de registratie van Windows Autopilot? Bijvoorbeeld als de hashlijst van de hardware of de product-ID wordt gewijzigd?
A6.
[Directe registratie, waarbij ASUS helpt bij de registratie] ASUS CSC kan de eindklant helpen die PKID-veranderde apparaten bij te werken wanneer hardware wordt vervangen op het primaire Azure-domein van de eindklant. Raadpleeg de onderstaande koppeling "Windows Autopilot motherboard replacement scenario guidance".
[Indirecte registratie, met een CSP die helpt bij de registratie] ASUS kan een bijgewerkte hardware hash-lijst aan de eindklant verstrekken, maar kan de eindklant niet helpen bij het de- of herregistreren. Dit proces is eigendom van het CSP. Als de eindklant Autopilot zelf heeft geregistreerd en een RMA wil uitvoeren, moet hij het apparaat eerst zelf uit Intune (of MSfB) de-registreren. Als de CSP-partner het apparaat heeft geregistreerd, dan heeft deze dat waarschijnlijk gedaan via de MPC. In dat geval moeten ze het apparaat uit MPC de-registreren, waardoor het ook uit het Intune-account van de IT-beheerder van de klant wordt verwijderd. Doorlooptijd update CSC reparatiestatus: 1 werkdag.
Referentie. Microsoft KB voor vervanging Autopilot:
Nog vragen? Neem contact op met uw lokale ASUS Commercial Sales team.